Door Bas Kooijman, CEO en vermogensbeheerder, DHF Capital SA
De Amerikaanse aandelen schoten deze week omhoog na de positieve respons van investeerders op de overwinning van de Republikeinen in zowel het Congres als het Witte Huis. Deze zogenaamde "red sweep" zorgde voor een optimistische stemming, doordat het komende beleid naar verwachting gunstig zal uitpakken voor de bedrijfsgroei door belastingverlagingen, minder strenge regels en andere economische stimulansen.
De grootste stijging van deze week, namelijk 8,57%, was te zien in de small-cap Russell 2000 Index, hoewel die nog wel 2,41% achterblijft bij het record van november 2021. De S&P 500 Index steeg met 4,66% en beleefde daarmee de beste week van het jaar. Beleggers laten met dit enthousiasme zien dat ze meer winst verwachten en hopen dat veranderingen in het fiscale beleid stimulerend zullen werken op economische expansie.
De Chief U.S. Economist van T. Rowe Price, Blerina Uruçi, bood tijdens een webinar die onlangs gehouden werd een inkijk in de mogelijke economische gevolgen van een regering onder leiding van Trump. Ze wees erop dat de voorgestelde beperkingen op immigratie en verhoogde tarieven zouden kunnen leiden tot meer inflatiedruk, hoewel het nog niet duidelijk is hoe een dergelijk beleid precies zal uitpakken. Uruçi merkte ook op dat een sterkere dollar het inflatoire effect zou kunnen opvangen, vooral als die gepaard gaat met belastingverlagingen en versoepeling van de regelgeving die onder de nieuwe regering worden verwacht. Op korte termijn zou dat een netto positief effect kunnen hebben op de economische groei.
Verder kondigde de Federal Reserve deze week een renteverlaging van 25 basispunten aan; de eerste sinds half september. Deze verlaging is bedoeld om de economische stabiliteit te handhaven ten tijde van politieke veranderingen. Daarbij sprak Fed-voorzitter Jerome Powell geruststellende woorden door erop te wijzen dat de beslissingen van de Fed onafhankelijk zullen blijven. Powell benadrukte dat de Fed ernaar streeft om beleidswijzigingen strikt te baseren op economische gegevens en wilde niet speculeren over mogelijke gevolgen van de verwachte fiscale maatregelen. Op de Amerikaanse obligatiemarkt was sprake van tegengestelde bewegingen als reactie op deze gebeurtenissen. De rente op schatkistpapier viel deze week lager uit en de verlaging van de rente was van invloed op de opbrengsten op middellange en lange termijn.
Op de Europese aandelenmarkten waren de resultaten deze week minder positief en de pan-Europese STOXX Europe 600 Index eindigde 0,84% lager. Het beleggerssentiment werd getemperd door bezorgdheid over mogelijke verschuivingen in het Amerikaanse handelsbeleid die wel eens negatief zou kunnen uitwerken op de Europese economische groei. De belangrijke indices in de regio, waaronder de Italiaanse FTSE MIB (-2,48%), de Franse CAC 40 (-0,95%) en de Duitse DAX (-0,21%), daalden als gevolg van de onzekerheid over Amerikaanse tarieven en wijzigingen in het handelsbeleid. De Europese centrale banken namen ook belangrijke beleidsmaatregelen in reactie op vertragende groei en inflatie. De Bank of England (BoE) verlaagde haar basisrente met 0,25 procentpunt naar 4,75%. Gouverneur Andrew Bailey van de BoE waarschuwde ervoor dat deze nog meer kan worden verlaagd als de economische cijfers verder verslechteren. Ook de Zweedse Riksbank verlaagde haar basisrente naar 2,75% in reactie op een stagnerende economie en een vertragende inflatie en wees op dezelfde mogelijkheid.
In de eurozone betekende de herziene index van inkoopmanagers (PMI) voor oktober, met een lichte stijging naar 50 ten opzichte van een eerste schatting van 49,7, gemengd nieuws. Volgens deze herziening was er sprake van stagnering van de economische activiteit in plaats van een daling. De dienstensector maakte een bescheiden groei door, terwijl de verwerkende industrie langzamer kromp dan verwacht. Toch blijkt uit het ondernemersvertrouwen, dat in de hele eurozone is gedaald naar het laagste niveau van het jaar, dat onzekerheid overheerst.
Op de Aziatische markten, met Japan en China in het middelpunt, waren de trends gemengd maar over het algemeen positief. De Japanse Nikkei 225- en de TOPIX-indexen stegen respectievelijk met 3,8% en 3,7% en het beleggerssentiment werd gestimuleerd door de renteverlaging van de Fed en de hoop op stabiliteit in de handel tussen de VS en Japan. Ondanks enige onzekerheid door de sterkere yen gaf Atsushi Mimura, de Chief Currency Official van Japan, aan dat de overheid maatregelen wil nemen in verband met de marktvolatiliteit. Analisten verwachten dat de Bank of Japan (BoJ) al in januari 2025 met een verhoging van de rente komt, na aanwijzingen dat de economische activiteit verdere aanscherping kan rechtvaardigen.
Uit de economische cijfers uit Japan blijkt terughoudendheid, aangezien de reële lonen in september op jaarbasis 0,1% lager uitvielen, nadat ze eerder, in augustus, al met 0,8% waren gedaald. Ondanks een nominale loonstijging van 2,8% kon deze de inflatie van 2,9% niet bijhouden, waardoor gezinnen 1,1% minder te besteden hebben, en dat terwijl een daling van 2,1% werd verwacht. Deze cijfers geven aan dat het moeilijk blijft om de binnenlandse vraag te stimuleren, ook al zijn de ontwikkelingen over de hele wereld gunstig voor de Japanse export.
In China stegen de aandelenmarkten nadat er nieuwe stimuleringsmaatregelen waren aangekondigd die tot doel hebben de schulden van lokale overheden te beheersen. De Shanghai Composite Index steeg met 5,51% en de CSI 300 met 5,5%. Dat duidt erop dat men verwacht dat deze inspanningen de financiële risico's zullen beperken. Het hoogste wetgevende orgaan van China, het permanente comité van het Nationale Volkscongres, lanceerde een herfinancieringsprogramma van 10 biljoen RMB voor lokale schulden en verhoogde het schuldplafond tot 35,52 biljoen RMB. De Minister van Financiën, Lan Fo'an, beloofde meer fiscale steun om de economische groei in 2025 te bevorderen, in deze tijd van wereldwijde onzekerheden.
Samenvattend kunnen we stellen dat de wereldwijde markten zich aanpassen aan belangrijke politieke veranderingen en de publicatie van economische gegevens en dat beleggers de mogelijke gevolgen van beleidswijzigingen in de VS nauwlettend in de gaten houden.
Source: Financial Investigator